Belastinggeld voor faciliteren Russisch gas weggegooid geld
Nederland en Europa investeren veel te veel in gaspijpleidingen en gasopslagfaciliteiten. Het aantal gaspijpleidingen is nu al genoeg om aan de vraag naar gas te voldoen. De planning en constructie van leidingen (gefinancierd met Europese gelden) die gas uit Rusland, Centraal Azië en Noord Afrika naar Europa en Nederland moeten vervoeren, loopt uit de hand.
De huidige capaciteit voor vervoer en opslag van gas in zowel Nederland als Europa is voldoende om aan de Europese vraag naar gas tot 2050 te voldoen. Het ‘gasknooppunt’ dat in Rotterdam werd gebouwd voor vloeibaar gas is overbodig. Dit concludeert de situatieschets ‘De Prijs van Gas’ gemaakt in opdracht van Both ENDS.
Pieter Jansen van Both ENDS: “Iedere Euro die nu nog naar de infrastructuur voor gas gaat, is in feite weggegooid geld. We kopen er onze steeds grotere afhankelijkheid van Rusland mee in. Dat terwijl Rusland in de Oekraïne bewijst een heel onbetrouwbare energieleverancier te zijn.
Gas is een eindige energiebron en het belastinggeld dat Europa en Nederland via de Europese Investeringsbank EIB nu in overbodige gasinfrastructuur stoppen kan beter kan gaan naar snellere ontwikkeling van duurzame energie. Wij vinden dat er een einde moet komen aan investeringen in gasinfrastructuur met gemeenschapsgeld.”
De schets beschrijft de nieuwe werkelijkheid van gasproductie, -transport en handel. Dat gas alleen als overgangsbrandstof naar een nieuwe energietoekomst kan worden beschouwd wordt glashelder gemaakt. Daarbij is een nadelige factor dat gas steeds klimaatonvriendelijker wordt naarmate het van verder weg wordt aangevoerd.
Both ENDS wijst in de schets ook op andere nadelen die aan gas verbonden zijn. Gaswinning gaat gepaard met mensenrechtenschendingen in landen als Turkmenistan en Azerbeidzjan, waar een behoorlijk aandeel van ons gas vandaan komt. Langs veel nieuw aangelegde pijpleidingen is nu al een litanie van problemen op te tekenen.
‘De prijs van gas’ is in opdracht van Both ENDS geschreven door Peter Polder van ‘Voorbij de olie-consultancy’.
